Vertaling van pacht
Inhoud:
Nederlands
Duits
pacht, pachtgeld, pachtsom {zn.}
Pachtzins
Pachtgeld
Pachtgeld
in pacht hebben, pachten {ww.}
pachten
ik pacht
jij pacht
hij/zij/het pacht
ich pachte
du pachtest
er/sie/es pachtet
» meer vervoegingen van pachten