Vertaling van postzegel

Inhoud:

Nederlands
Duits
frankeerzegel [m], postzegel [m] {zn.}
Briefmarke [v] (die ~)
Ik heb een postzegel nodig.
Ich brauche eine Briefmarke.
Ik heb een erg oude postzegel.
Ich habe eine sehr alte Briefmarke.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Ik heb een postzegel nodig.

Ich brauche eine Briefmarke.

Ik heb een erg oude postzegel.

Ich habe eine sehr alte Briefmarke.


Gerelateerd aan postzegel

frankeerzegel