Vertaling van prater

Bedoelde je partner?

Sorry, er is geen exacte vertaling gevonden in het Nederlands - Duits woordenboek

Nederlands

Duits

babbelen, keuvelen, praten {ww.}

plaudern
schwatzen
plautschen
schwätzen

fier, prat, trots {bn.}

hochfahrend
hochmütig
stolz
überheblich
eingebildet
dünkelhaft

geestelijke [m], pastoor [m], pastor [m], zielszorger [m], zielverzorger [m], priester {zn.}

Geistliche
Pastor [m] (der ~)
Pfarrer [m] (der ~)
Priester [m] (der ~)

printer {zn.}

Drucker [m] (der ~)

oerdier, prehistorisch dier {zn.}

Urtier
prähistorisches Tier

proefdier {zn.}

Versuchstier [o] (das ~)
Versuchskaninchen [o] (das ~)

broddelaar [m], knoeier, prutser, stumper, sukkel {zn.}

Pfuscher [m] (der ~)
Stümper [m] (der ~)

propeller [m], schroef [v], schroeflijn [v], spiraal [v], spiraallijn [v], helix [v], schroefdraad {zn.}

Schneckenlinie [v] (die ~)
Schraube [v] (die ~)
Schraubenlinie [v] (die ~)
Wendel [v] (die ~)
Schraubengewinde [o] (das ~)
Propeller

pruikenmaker {zn.}

Perückenmacher

spreken, praten {ww.}

reden
sprechen