Vertaling van rijk zijn

Inhoud:

Nederlands
Duits
bezitten, erop nahouden, rijk zijn {ww.}
besitzen


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Hij wou rijk zijn.

Er wollte reich sein.

Wil je rijk zijn?

Wollen Sie reich sein?


Gerelateerd aan rijk zijn

bezitten - erop nahouden