Vertaling van schijf

Inhoud:

Nederlands
Duits
schijf, schietschijf {zn.}
Zielscheibe [v] (die ~)
filet [o], sneetje [o], moot, plak, schijf, snede, snee {zn.}
Schnitte
Scheibe [v] (die ~)
discus [m], plaat, schijf {zn.}
Scheibe [v] (die ~)
Platte [v] (die ~)
Diskus [m] (der ~)


Gerelateerd aan schijf

schietschijf - filet - sneetje - moot - plak - snede - snee - discus - plaat