Vertaling van shirt

Inhoud:

Nederlands
Duits
overhemd [o], shirt {zn.}
Hemd [o] (das ~)
Ik heb mijn overhemd gewassen.
Ich habe mein Hemd gewaschen.
Tom trok zijn shirt uit.
Tom hat sein Hemd ausgezogen.
jersey, tricot [o] (het ~), shirt, sportshirt {zn.}
Trikot


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Tom trok zijn shirt uit.

Tom hat sein Hemd ausgezogen.

Na de wedstrijd ruilden de spelers van shirt.

Nach dem Spiel tauschten die Spieler ihre Trikots.

Het is maar tien graden, en hij loopt in een T-shirt buiten. Ik krijg het al koud als ik naar hem kijk.

Es sind gerade zehn Grad und er geht nach draußen in einem T-Shirt. Ich fröstele, wenn ich ihn nur anschaue.


Gerelateerd aan shirt

overhemd - jersey - tricot - sportshirt