Vertaling van televisie

Inhoud:

Nederlands

Duits

televisie [v], TV {zn.}

Fernsehen [o] (das ~)
Television

Laten we TV kijken.

Lass uns Fernsehen gucken.

Ik keek toen tv.

Da habe ich gerade Fernsehen geguckt.

televisie [v], televisietoestel {zn.}

Fernsehgerät [o] (das ~)
Fernsehapparat [m] (der ~)

Nederlands

Duits

Doe de televisie uit alstublieft.

Bitte schalte den Fernseher aus.

De meeste mensen kijken graag televisie.

Die meisten Menschen sehen gerne fern.

Televisie helpt ons onze kennis te verruimen.

Das Fernsehen hilft uns dabei, unser Wissen zu erweitern.

Er is een televisie in deze kamer.

In diesem Zimmer gibt es einen Fernseher.

Zet de televisie uit. Ik kan me niet concentreren.

Schalt´ den Fernseher aus, ich kann mich nicht konzentrieren.

Mijn moeder kijkt s'avonds zelden naar de televisie.

Meine Mutter sieht des Abends selten fern.

Wanneer je naar televisie kijkt of naar de radio luistert, is de muziek die je hoort vaak van Afrikaanse origine.

Wenn ihr fernseht oder Radio hört, ist die Musik, die ihr hört, oft afrikanischen Ursprungs.