Vertaling van trappen

Inhoud:

Nederlands
Duits
trappen,  {ww.}
mit den Hufen schlagen
schoppen, trappen {ww.}
trampeln
stampfen

wij trappen
jullie trappen
zij trappen

wir trampeln
ihr trampelt
sie trampeln
» meer vervoegingen van trampeln

schop, trap (mv. trappen) {zn.}
Fußtritt [m] (der ~)
graad, mate, trap (mv. trappen) {zn.}
Grad
Maß [o] (das ~)
Stufe [v] (die ~)
Water bevriest bij nul graad Celsius.
Wasser friert bei null Grad Celsius.
Water bevriest bij nul graad Celsius.
Wasser friert bei null Grad Celsius.
opgang [m], trap (mv. trappen) [m] {zn.}
Treppe [v] (die ~)
Stiege [v] (die ~)
Er komt iemand de trap op.
Jemand kommt die Treppe herauf.
Zij ging vlug de trap op.
Sie ging schnell die Treppe hinauf.


Gerelateerd aan trappen

- schoppen - schop - trap - graad - mate - opgang