Vertaling van vak

Inhoud:

Nederlands
Duits
afdeling [v], branche [v], tak [m], vak {zn.}
Abteil [o] (das ~)
Coupé [o] (das ~)
Sektion [v] (die ~)
Zelle [v] (die ~)
Branche [v] (die ~)
Fachgebiet [o] (das ~)
Feld [o] (das ~)
Fach [o] (das ~)
Abteilung [v] (die ~)
ambacht [o], beroep [o], handwerk, vak {zn.}
Beruf [m] (der ~)
Handwerk [o] (das ~)
Gewerbe [o] (das ~)
Hij is tandarts van beroep.
Er ist von Beruf Zahnarzt.
carré [o], ruitje [o], kwadraat, vak, vierkant {zn.}
Quadrat [o] (das ~)
Viereck [o] (das ~)
Karree [o] (das ~)


Gerelateerd aan vak

synoniemen

afdeling - branche - tak - ambacht - beroep - handwerk - carré - ruitje - kwadraat - vierkant