Vertaling van verwardheid

Inhoud:

Nederlands
Duits
verwardheid [v], verwarring [v] {zn.}
Verwirrung [v] (die ~)
Wirrsal
Trubel [m] (der ~)
Gewirr [o] (das ~)
Ik maakte gebruik van de verwarring en viel de vijand aan.
Ich nutzte die Verwirrung aus und griff den Feind an.


Gerelateerd aan verwardheid

verwarring