Vertaling van vliegtuig

Inhoud:

Nederlands

Duits

vliegtuig {zn.}

Flugzeug [o] (das ~)
Drachenflieger [m] (der ~)
Aeroplan

Ik zag een vliegtuig.

Ich sah ein Flugzeug.

Ik zag een vliegtuig.

Ich sah ein Flugzeug.

vliegmachine [v], toestel, vliegtuig {zn.}

Flugzeug [o] (das ~)
Maschine [v] (die ~)

Ons vliegtuig vliegt naar het zuiden.

Unser Flugzeug fliegt gen Süden.

Het vliegtuig had vertraging door het slechte weer.

Das Flugzeug hatte wegen des schlechten Wetters Verspätung.

Nederlands

Duits

Ik zag een vliegtuig.

Ich sah ein Flugzeug.

Ik zag een vliegtuig.

Ich sah ein Flugzeug.

Ik ga met het vliegtuig naar Amerika.

Ich fliege nach Amerika.

Vraag hem wanneer het volgende vliegtuig gaat.

Frag ihn, wann der nächste Flug geht!

Ons vliegtuig vliegt naar het zuiden.

Unser Flugzeug fliegt gen Süden.

Het vliegtuig had vertraging door het slechte weer.

Das Flugzeug hatte wegen des schlechten Wetters Verspätung.

Ik reis liever per trein dan per vliegtuig.

Ich fahre lieber mit dem Zug als zu fliegen.

Ik heb nog nooit op een vliegtuig gezeten.

Ich bin noch nie mit dem Flugzeug geflogen.

Het eerste vliegtuig vloog 12 seconden in 1903.

Das erste Flugzeug ist 1903 für zwölf Sekunden geflogen.

Ik reis liever met de trein dan met de vliegtuig.

Ich reise lieber mit dem Zug als zu fliegen.

Het vliegtuig kwam op tijd aan op het vliegveld van Itami.

Das Flugzeug kam auf dem Flughafen von Itami an.