Vertaling van voet

Inhoud:

Nederlands
Duits
voet [m] {zn.}
Fuß [m] (der ~)
Ik ga te voet naar school.
Ich gehe zu Fuß zur Schule.
Hij gaat dikwijls te voet naar school.
Er geht oft zu Fuß zur Schule.
voet [m], poot [m] {zn.}
Fuß [m] (der ~)
Pfote [v] (die ~)
Hij is bijna zes voet groot.
Er ist fast sechs Fuß groß.
Ik ga te voet naar school.
Ich gehe zu Fuß zur Schule.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Ik ga te voet naar school.

Ich gehe zu Fuß zur Schule.

Hij gaat dikwijls te voet naar school.

Er geht oft zu Fuß zur Schule.

Hij is bijna zes voet groot.

Er ist fast sechs Fuß groß.

Ik ga te voet naar school.

Ich gehe zu Fuß zur Schule.

Ik moest te voet naar huis gaan.

Ich musste zu Fuß nach Hause gehen.

Hij staat op goede voet met meneer Brown.

Er kommt gut mit Herrn Braun aus.

De school bevindt zich te voet op vijf minuten van het station.

Die Schule befindet sich fünf Gehminuten von der Haltestelle.


Gerelateerd aan voet

synoniemen

poot