Vertaling van vogel

Inhoud:

Nederlands
Duits
vogel [m] {zn.}
Vogel [m] (der ~)
Hoe heet die vogel?
Welchen Namen hat dieser Vogel?
Hoe noem je deze vogel?
Wie nennt man diesen Vogel?


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Hoe heet die vogel?

Welchen Namen hat dieser Vogel?

Deze vogel kan niet vliegen.

Dieser Vogel kann nicht fliegen.

Hoe noem je deze vogel?

Wie nennt man diesen Vogel?

Tux is een antarctische vogel.

Tux ist ein antarktischer Vogel.

De vogel had een gebroken vleugel.

Der Vogel hatte einen gebrochenen Flügel.

De vogel was bedekt met witte veren.

Der Vogel war mit weißen Federn bedeckt.

We zagen de vogel toen we Okinawa bezochten.

Als wir Okinawa besuchten, sahen wir den Vogel.

Ik zou liever een vogel dan een vis zijn.

Ich wäre lieber ein Vogel als ein Fisch.

Als ik een vogel was, zou ik naar jou toe vliegen.

Wenn ich ein Vogel wäre, würde ich zu dir fliegen.

Als ik een vogel was, zou ik naar jou toe vliegen.

Wenn ich ein Vogel wäre, würde ich zu dir fliegen.