Vertaling van volk

Inhoud:

Nederlands
Duits
volk {zn.}
Volk [o] (das ~)
Wij zijn het volk.
Wir sind das Volk.
Eindelijk luistert de regering naar het volk.
Endlich hört die Regierung auf das Volk.
lieden, lui, mensen, volk {zn.}
Menschen
Leute
Beschadigde mensen beschadigen mensen.
Verletzte Menschen verletzen Menschen.
Pistolen doden geen mensen. Mensen doden mensen.
Waffen töten keine Menschen. Menschen töten Menschen.
natie [v], volk {zn.}
Nation
De Verenigde Staten werden een natie in 1776.
Die Vereinigten Staaten wurden 1776 eine Nation.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Wij zijn het volk.

Wir sind das Volk.

Religie is het opium van het volk.

Das Opium des Volkes ist die Religion.

Eindelijk luistert de regering naar het volk.

Endlich hört die Regierung auf das Volk.

Religie is het opium van het volk.

Das Opium des Volkes ist die Religion.

Het volk had de buik vol van het geweld.

Die Menschen hatten Gewalt satt.

De koning regeerde over zijn volk voor veertig jaar.

Der König herrschte vierzig Jahre über sein Volk.


Gerelateerd aan volk

lieden - lui - mensen - natie