Vertaling van wild

Inhoud:

Nederlands
Duits
wild, woest {bn.}
wild
buit [m], wild {zn.}
Wild [o] (das ~)
Jagdbeute [v] (die ~)
Wildbret [o] (das ~)
Niet alle dieren zijn wild.
Nicht alle Tiere sind wild.
Jack, doe niet zo wild.
Sei nicht so wild, Jack.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Niet alle dieren zijn wild.

Nicht alle Tiere sind wild.

Jack, doe niet zo wild.

Sei nicht so wild, Jack.

Muziek heeft de charme om een wild beest te kalmeren.

Musik hat den Reiz ein wildes Tier zu beruhigen.


Gerelateerd aan wild

woest - buit