Vertaling van zadel

Inhoud:

Nederlands
Duits
zaal [o], zadel [o] {zn.}
Sattel [m] (der ~)
zadelen, opzadelen {ww.}
satteln

ik zadel

ich satt(e)le
» meer vervoegingen van satteln



Gerelateerd aan zadel

zaal - zadelen - opzadelen