Vertaling van zomer
Voorbeelden in zinsverband
De zomer is voorbij.
Der Sommer ist zu Ende.
De zomer is voorbij.
Der Sommer ist vorbei.
De zomer is voorbij.
Der Sommer ist vorbei.
De zomer is voorbij.
Der Sommer ist vorbei.
Eén zwaluw maakt nog geen zomer.
Eine Schwalbe macht noch keinen Sommer.
De lente is voorbij en de zomer begint.
Der Frühling ist vergangen und der Sommer beginnt.
Waar wil je van de zomer heen gaan?
Wo willst du diesen Sommer hingehen?
We hebben weinig zonnige dagen gehad deze zomer.
Wir hatten diesen Sommer wenige Sonnentage.
Ik zwem vaak op het strand in de zomer.
Im Sommer gehe ich oft an den Strand zum Schwimmen.
In de zomer reist ze niet altijd naar Frankrijk.
Sie macht nicht immer im Sommer eine Reise nach Frankreich.
Het lijkt erop dat het deze zomer opnieuw koud zal zijn.
Es sieht so aus, dass es diesen Sommer mal wieder kalt sein wird.
Het was een prachtige zomer, en de lucht was altijd blauw.
Es war ein schöner Sommer, und der Himmel war immer blau.
Deze zomer zullen we naar de bergen gaan en naar zee.
Diesen Sommer werden wir ins Gebirge gehen und an die See.