Vertaling van Afrika

Inhoud:

Nederlands
Engels
Afrika [o] (narticle ~) {eigenn.}
Africa
africa


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Hij heeft Afrika voorgoed verlaten.

He left Africa forever.

Zuid-Afrika is ver weg.

South Africa is far away.

Veel mensen in Afrika spreken Frans.

Many people in Africa speak French.

Afrika is een continent, Groenland niet.

Africa is a continent; Greenland is not.

Olifanten leven in Azië en in Afrika.

Elephants live in Asia and Africa.

Mensen die met een vork eten, wonen voornamelijk in Europa, Noord-Amerika en Latijns Amerika; mensen die met stokjes eten, wonen in Oost-Azië, en mensen die met hun vingers eten wonen in Afrika, het Nabije Oosten, Indonesië en India.

Fork-users are mainly in Europe, North America, and Latin America; chopstick-users in eastern Asia and finger-users in Africa, the Middle East, Indonesia, and India.

Het merendeel van de mensen die met een vork eten, woont in Europa, Noord-Amerika en Latijns-Amerika; mensen die met stokjes eten, wonen in Afrika, in het Nabije Oosten, in Indonesië en in India.

Most people who eat with a fork live in Europe, North America, and South America; people who eat with chop sticks live in Africa, the Near East, Indonesia, and India.


Gerelateerd aan Afrika

werelddeel