Vertaling van Duits

Inhoud:

Nederlands
Engels
Duits {bn.}
Alemannic
Duits [o], Duitse taal [v] {zn.}
German
German language
Ik ga Duits studeren.
I will study German.
Ik versta geen Duits.
I don't understand German.
Duits {bn.}
German
Duits {bn.}
german
Duits [o] (het ~) {zn.}
german
high german
german language
Spreekt u Duits?
Do you speak German?
Ik wil Duits studeren.
I want to study German.
Teutoons, Duits {bn.}
german


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Ik ga Duits studeren.

I will study German.

Ik versta geen Duits.

I don't understand German.

Spreekt u Duits?

Do you speak German?

Ik wil Duits studeren.

I want to study German.

Duits is geen makkelijke taal.

German is not an easy language.

Engels en Duits zijn twee verwante talen.

English and German are two related languages.

Nederlands is nauw verwant aan Duits.

Dutch is closely related to German.

Engels en Duits hebben een gezamenlijke stamvader.

English and German share a common ancestor.

Engels is een zustertaal van Duits.

English is a sister language of German.

Hij studeert Engels, maar hij studeert ook Duits.

He studies English, but he also studies German.

Volgens mij is mijn Duits niet erg goed.

I think my German isn't very good.

Hij spreekt goed Japans, maar ik kan geen Duits spreken.

He speaks Japanese well, but I can't speak German.

Schrijf nooit woorden "borsjtsj" en "sjtsji" in het Duits!

Never write the words "bortsch" and "shchi" in German!

Kan iemand mij een goed eentalig Duits woordenboek aanraden?

Can anyone recommend me a good monolingual German dictionary?

Wanneer zijt ge begonnen met Duits te leren?

When did you begin learning German?


Gerelateerd aan Duits

Duitse taal - TeutoonsDuitsland - taal