Vertaling van Engelsman

Inhoud:

Nederlands
Engels
Engelsman [m] {zn.}
Englishman
Sassenach
"Nee," herhaalde de Engelsman.
"No," repeated the Englishman.
Hij is een Engelsman.
He's an Englishman.
Engelsman [m] (de ~) {zn.}
english person


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

"Nee," herhaalde de Engelsman.

"No," repeated the Englishman.

Hij is een Engelsman.

He's an Englishman.

Nee, ik ben een Engelsman.

No, I am an Englishman.

Hij is Engelsman, maar woont in India.

He's an Englishman, but lives in India.

Hij is Engelsman, maar woont in India.

He's English, but lives in India.

Een Engelsman, een Belg en een Nederlander gaan een café binnen en nemen plaats aan de toog. Zegt de barkeeper: "Wacht even, is dit een mop of zo?"

An Englishman, a Belgian and a Dutchman enter a pub and sit down at the counter. Says the barkeeper, "Wait a minute, is this a joke or what?"


Gerelateerd aan Engelsman

inwoner