Vertaling van afdingen

Inhoud:

Nederlands
Engels
afdingen, marchanderen, pingelen {ww.}
to haggle
to bargain

ik zal afdingen
jij zult afdingen
hij/zij/het zal afdingen

I will haggle
you will haggle
he/she/it will haggle
» meer vervoegingen van to haggle

afdingen, afpingelen, dingen, marchanderen, pingelen {ww.}
to negotiate
to talk terms
to negociate

ik zal afdingen
jij zult afdingen
hij/zij/het zal afdingen

I will negotiate
you will negotiate
he/she/it will negotiate
» meer vervoegingen van to negotiate



Gerelateerd aan afdingen

marchanderen - pingelen - afpingelen - dingenbieden