Vertaling van afremmen

Inhoud:

Nederlands
Engels
afremmen {ww.}
to slow down
to decelerate
afremmen, remmen {ww.}
to hold in
to moderate
to hold
to curb
to control
to contain
to check

ik zal afremmen
jij zult afremmen
hij/zij/het zal afremmen

I will moderate
you will moderate
he/she/it will moderate
» meer vervoegingen van to moderate

remmen, afremmen {ww.}
to stem 
to brake 

ik zal afremmen
jij zult afremmen
hij/zij/het zal afremmen

I will stem
you will stem
he/she/it will stem
» meer vervoegingen van to stem



Gerelateerd aan afremmen

remmentemperen