Vertaling van belet

Inhoud:

Nederlands

Engels

belemmering [v], belet [o], beletsel [o], stoornis [v], storing [v], verhindering [v] {zn.}

obstruction
obstacle
impediment
handicap
deterrent
hindrance

beletten, verhinderen, verhoeden {ww.}

to stop
to preclude
to inhibit
to prevent
to bar

ik belet
jij belet
hij/zij/het belet

I stop
you stop
he/she/it stops
» meer vervoegingen van to stop

verhinderen, beletten, verletten, letten {ww.}

to prevent
to keep

ik belet
jij belet
hij/zij/het belet

I prevent
you prevent
he/she/it prevents
» meer vervoegingen van to prevent