Vertaling van beschaamd

Inhoud:

Nederlands
Engels
beschaamd {bn.}
ashamed 
beschaamd {bn.}
ashamed 
shameful 
beschaamd maken, beschamen {ww.}
to abash 
to shame 
to put to shame
gegeneerd, schaamtevol, beschaamd {bn.}
fearful
timorous
trepid
beschamen {ww.}
to let down
to disappoint

ik heb beschaamd
jij hebt beschaamd
hij/zij/het heeft beschaamd

I have disappointed
you have disappointed
he/she/it has disappointed
» meer vervoegingen van to disappoint



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Zijn moeder was beschaamd over hem.

His mother was ashamed of him.

Zijt ge niet beschaamd, zo te spreken?

Aren't you ashamed to talk like that?

Ik ben beschaamd om haar te zien.

I am ashamed to see her.

Ik was beschaamd om in oude kleren uit te gaan.

I was ashamed to go out in old clothes.

Ze was niet beschaamd om me een vraag te stellen.

She was not ashamed to ask me a question.

Ik ben beschaamd over de luiheid van mijn zoon.

I am ashamed of my son's laziness.


Gerelateerd aan beschaamd

beschaamd maken - beschamen - gegeneerd - schaamtevolteleurstellen