Vertaling van bevoegdheid

Inhoud:

Nederlands
Engels
bevoegdheid [v], kwalificatie [v] {zn.}
eligibility 
qualification
certification
ability 
bevoegdheid [v], recht {zn.}
right 
entitlement
U hebt het recht om te zwijgen.
You have the right to remain silent.
We erkennen je recht op dit onroerend goed.
We concede your right to this property.
bevoegdheid [v], competentie [v], deskundigheid [v], expertise {zn.}
expertise
efficiency 
competence 
competency
ability 
bevoegdheid [v], machtiging [v], mandaat, volmacht {zn.}
empowerment
authorization 
bevoegdheid [v] (de ~) {zn.}
say-so
potency
dominance
authorization
authority
authorisation


Gerelateerd aan bevoegdheid

kwalificatie - recht - competentie - deskundigheid - expertise - machtiging - mandaat - volmachtrecht