Vertaling van bewoner

Inhoud:

Nederlands
Engels
bewoner [m],  {zn.}
compatriot
bewoner [m], ingezetene, inwoner {zn.}
denizen
occupier
resident
inhabitant 
bewoner [m] {zn.}
resident
denizen
inhabitant 
bewoner [m] (de ~) {zn.}
inhabitant
indweller
dweller
habitant
denizen


Gerelateerd aan bewoner

- ingezetene - inwonerpersoon