Vertaling van bijbehorend

Inhoud:

Nederlands
Engels
bijbehorend, bijkomend, bijkomstig, accessorisch, accessoir {bn.}
accessory
secondary 
adventitious
adjunct
ancillary
appurtenant
bijbehorend, bijpassend, geassorteerd {bn.}
accompanying
attendant
concomitant
consequent
ensuant
incidental
resultant
sequent
aanbehorend, bijbehorend {bn.}
accessory


Gerelateerd aan bijbehorend

bijkomend - bijkomstig - accessorisch - accessoir - bijpassend - geassorteerd - aanbehorendinbegrepen