Vertaling van bru

Sorry, er is geen exacte vertaling gevonden in het Nederlands - Engels woordenboek

Nederlands

Engels

Brussels [o] (het ~), Brussel [o] {zn.}

Brussels
belgian capital
brussels
bruxelles
capital of belgium

bruinen, bruineren, bruin maken {ww.}

to brown

bruin {bn.}

brown

bruinkool [v] {zn.}

brown coal
lignite

barsheid [v], bruuskheid [v] {zn.}

grimness
brusqueness

Bruneise [v] {zn.}

Bruneian woman

spruitjes, Brusselse spruitjes, spruitkool {zn.}

Brussels-sprouts

bruinogig {bn.}

brown-eyed

beestachtig, bruut, dierlijk, ruw {bn.}

brute
harsh

balken, blaten, brullen, grommen, hinniken, loeien, schreeuwen {ww.}

to bellow
to bleat
to neigh
to bray
to roar
to growl
to whinny
to moo
to low
to squeal
to vociferate