Vertaling van gelui

Inhoud:

Nederlands
Engels
u, je, jij, ge, gij, jullie, gijlieden, gijlui, gelui, jelui, jou {pers. vnw.}
you 
thou 
ye
geklep [o], gelui, klokgelui {zn.}
ringing
clang
tolling
We konden het klokgelui van een nabijgelegen kerk horen.
We could hear the bells ringing from a nearby church.


Gerelateerd aan gelui

u - je - jij - ge - gij - jullie - gijlieden - gijlui - jelui - jou - geklep - klokgelui