Vertaling van gescheiden

Inhoud:

Nederlands
Engels
gescheiden {bn.}
divorced
gescheiden {bn.}
divorced
gescheiden {bn.}
divorced
afzonderlijk, apart, gescheiden, terzijde, vaneen, separaat {bw.}
apart 
separately 
especially 
particularly 
scheiden {ww.}
to get divorced
to divorce
to get a divorce

ik heb gescheiden
jij hebt gescheiden
hij/zij/het heeft gescheiden

I have divorced
you have divorced
he/she/it has divorced
» meer vervoegingen van to divorce

Ik wil niet scheiden.
I don't want to get divorced.
Kan je fantasie en realiteit niet van elkaar scheiden?
Can't you divorce fantasy from reality?
scheiden {ww.}
to get a divorce
afzonderen, scheiden, afscheiden, schiften {ww.}
to separate 
to split 
to segregate
to divide 

ik heb gescheiden
jij hebt gescheiden
hij/zij/het heeft gescheiden

I have split
you have split
he/she/it has split
» meer vervoegingen van to split

Kan je fantasie en realiteit niet van elkaar scheiden?
Can't you separate fantasy and reality from each other?
scheiden {ww.}
to divide 
to part 
to demarcate

ik heb gescheiden
jij hebt gescheiden
hij/zij/het heeft gescheiden

I have divided
you have divided
he/she/it has divided
» meer vervoegingen van to divide

scheiden, uiteengaan, vaneengaan, zich verspreiden {ww.}
to separate 
to break up
apart, afzonderlijk, alleenstaand, onafhankelijk, separaat, los, gescheiden {bn.}
freestanding
separate