Vertaling van gezwel n

Sorry, er is geen exacte vertaling gevonden in het Nederlands - Engels woordenboek

Vergelijkbare woorden

Nederlands
Engels
bluf [m], snoeverij [v], gepoch, gesnoef, gezwets, zwetserij {zn.}
hype
gezwel [o], zwelling [v], tumor {zn.}
tumour
bobbel [m], bult [m], gezwel [o], zwelling [v], opzwelling [v] {zn.}
bump
swelling
blastoom, neoplasma, tumor [m] (de ~), vleeswoekering, gezwel [o] (het ~) {zn.}
neoplasm
tumor
tumour
onzin [m] (de ~), apekool [m] (de ~), beuzelarij [v] (de ~), bullshit [m] (de ~), flauwekul [m] (de ~), ge-o-ha, gebeuzel, gekakel [o] (het ~), gekkenpraat, gekwek, gelul [o] (het ~), geneuzel, geouwehoer, geraaskal, gewauwel, gezwam [o] (het ~), gezwets, klets [m] (de ~), kletskoek [m] (de ~), kletspraat [m] (de ~), kolder [m] (de ~), kul, kwatsch, kwezelarij, larie [v] (de ~), lariekoek [m] (de ~), leuterkoek, leuterpraat, lulkoek [m] (de ~), nonsens [m] (de ~), quatsch [m] (de ~), wijvenpraat, zever [m] (de ~), zottenpraat, dwaasheid [v] (de ~), shit [m] (de ~), geklets [o] (het ~) {zn.}
hooey
poppycock
stuff
stuff and nonsense
zwelling [v] (de ~), gezwel [o] (het ~), intumescentie, opzwelling, tumescentie {zn.}
bulge
bump
excrescence
extrusion
gibbosity
gibbousness
hump
jut
prominence
protrusion
protuberance
swelling