Vertaling van gis

Inhoud:

Nederlands
Engels
gis [m] (de ~), Gis {zn.}
shot
guesswork
guess
guessing
dead reckoning
slim, bekeken, clever, gis, kien, pienter, snugger, bijtend, doordringend, fel, guur, schel, scherp, schril, snerpend {bn.}
lurid 
sharp 
acrid 
acrimonious
keen 
poignant
waspish
acute 
fly
gis, link, gevaarlijk {bn.}
dangerous
grave
grievous
life-threatening
serious
severe
doorzien, gissen, raden, inschatten {ww.}
to guess 
to surmise
to estimate 
to divine 
to conceive 

ik gis

I guess
» meer vervoegingen van to guess

Je kunt waarschijnlijk wel raden wat er gaat gebeuren.
You can probably guess what happens though.
Ook al kan je waarschijnlijk raden wat er gaande is.
Although you can probably guess what's happening.
gissen, vermoeden {ww.}
to wonder 
to speculate 
to surmise
to guess 
to conjecture 

ik gis

I wonder
» meer vervoegingen van to wonder

veronderstelling [v] (de ~), aanname [m] (de ~), gis, gissing [v] (de ~), onderstelling [v] (de ~) {zn.}
premise
premiss
assumption
gissen, raden {ww.}
to guess
to judge
to estimate
to gauge
to approximate

ik gis

I guess
» meer vervoegingen van to guess



Gerelateerd aan gis

Gis - slim - bekeken - clever - kien - pienter - snugger - bijtend - doordringend - fel - guur - schel - scherp - schril - snerpendnoot - vermoeden