Vertaling van hazelaren

Inhoud:

Nederlands
Engels
hazelaren {bn.}
hazel
hazelaar (mv. hazelaren) [m] {zn.}
hazel-tree
filbert
hazel 
hazelaar (mv. hazelaren) {zn.}
common filbert
hazelaar [m] (de ~), hazelnoot [m] (de ~) {zn.}
hazelnut
hazelnut tree
hazel


Gerelateerd aan hazelaren

hazelaar - hazelnoothazelnoot - hazelaarshout