Vertaling van het-woord

Inhoud:

Nederlands
Engels
het-woord {zn.}
neuter


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Laat mij het woord voeren.

Let me do the talking.

Ik weet niet wat het woord 'onmogelijk' betekent.

I don't know what the word 'impossible' means.

De leraar zal ons de betekenis van het woord uitleggen.

The teacher explained the meaning of the word to us.

Ik heb het woord een aantal keer voor haar herhaald.

I repeated the word several times for her.

Mijn favoriet woord in het Duits is het woord voor 'handschoen'.

My favorite word in German is the word for "glove".

De professor die het woord nam, is van de Universiteit Boekarest.

The professor that took the floor is from the University of Bucharest.

Ik had nooit gedacht dat ik op een dag het woord "viagra" zou opzoeken op Wikipedia.

I wouldn't have thought I would someday look up "Viagra" in Wikipedia.


Gerelateerd aan het-woord

woord