Vertaling van industrie-

Inhoud:

Nederlands
Engels
industrie-, industrieel {bn.}
industrial 
bedrijfsleven [o], industrie [v] {zn.}
trade and industry
industrie [v], nijverheid [v] {zn.}
industry 
Detroit is voor zijn auto-industrie beroemd.
Detroit is famous for its car industry.
nijverheid [v] (de ~), industrie [v] (de ~) {zn.}
industry
manufacture
industrietak [m] (de ~), industrie [v] (de ~) {zn.}
industry


Gerelateerd aan industrie-

industrieel - bedrijfsleven - industrie - nijverheid - industrietaksector