Vertaling van kaken

Inhoud:

Nederlands
Engels
kaken {ww.}
to gut

wij kaken
jullie kaken
zij kaken

we gut
you gut
they gut
» meer vervoegingen van to gut

kaak (mv. kaken) [v], schandpaal {zn.}
pillory
kaak (mv. kaken) [v], koon [v], wang [v] {zn.}
cheek 
Ze kuste hem op de wang.
She kissed him on the cheek.
Ze kuste haar vader op de wang.
She kissed her father on the cheek.
kaak (mv. kaken) [v], kakement [o] {zn.}
jawbone
jaw
schandpaal [m] (de ~), kaak [m] (de ~) {zn.}
pillory
kaak [m] (de ~), kakement {zn.}
jaw
kieuw [m] (de ~), kaak [m] (de ~) {zn.}
gill
branchia
kaak [m] (de ~) {zn.}
jaw


Gerelateerd aan kaken

kaak - schandpaal - koon - wang - kakement - kieuwlubben - paal - lichaamsdeel - ademhalingsorgaan