Vertaling van leuteren

Inhoud:

Nederlands
Engels
dralen, leuteren, talmen, teuten, toeven, treuzelen {ww.}
to delay 

wij leuteren
jullie leuteren
zij leuteren

we delay
you delay
they delay
» meer vervoegingen van to delay

bazelen, keutelen, dazen, ijlen, leuteren, lullen, o.h.-en, ohaën, ouwehoeren, raaskallen, razen, wauwelen, zwammen, zwetsen, kletsen, fantaseren {ww.}
to twaddle
to tattle
to tittle-tattle
to prate
to prattle
to palaver
to piffle
to gibber
to maunder
to gabble
to clack
to chatter
to blabber
to blab

wij leuteren
jullie leuteren
zij leuteren

we twaddle
you twaddle
they twaddle
» meer vervoegingen van to twaddle



Gerelateerd aan leuteren

dralen - talmen - teuten - toeven - treuzelen - bazelen - keutelen - dazen - ijlen - lullen - o.h.-en - ohaën - ouwehoeren - raaskallen - razen