Vertaling van minister

Inhoud:

Nederlands
Engels
bewindsman [m], minister [m] {zn.}
minister 
De minister met wie ik onlangs heb gesproken, is met mij eens.
The minister, whom I spoke to recently, agrees with me.
minister [m] (de ~), Excellentie [m] (de ~) {zn.}
secretary of state
foreign minister


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Is de minister van buitenlandse zaken al aangekomen?

Has the Foreign Secretary arrived yet?

De minister met wie ik onlangs heb gesproken, is met mij eens.

The minister, whom I spoke to recently, agrees with me.


Gerelateerd aan minister

bewindsman - Excellentiebestuurder