Vertaling van nagelen

Inhoud:

Nederlands
Engels
nagelen, spijkeren {ww.}
to nail 

wij nagelen
jullie nagelen
zij nagelen

we nail
you nail
they nail
» meer vervoegingen van to nail

spijkeren, inklinken, nagelen, vastnagelen, vastspijkeren, klinken {ww.}
to nail

wij nagelen
jullie nagelen
zij nagelen

we nail
you nail
they nail
» meer vervoegingen van to nail



Gerelateerd aan nagelen

spijkeren - inklinken - vastnagelen - vastspijkeren - klinkenvasthechten