Vertaling van nederlaag

Inhoud:

Nederlands
Engels
nederlaag {zn.}
defeat
Hij beschuldigde mij van zijn nederlaag.
He accused me of his defeat.
nederlaag [m] (de ~), afstraffing [v] (de ~) {zn.}
defeat
licking


Gerelateerd aan nederlaag

afstraffingverlies