Vertaling van onderweg

Inhoud:

Nederlands
Engels
onderweg, op weg {bw.}
on the way
under way
on the go


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Hij zag het ongeval onderweg naar school.

He saw the accident on his way to school.

Ben je onderweg naar het station?

Are you on your way to the station?

De motor van de auto ging onderweg stuk.

The car's engine broke down on the way.

Wat betreft onze studenten, één is al naar Boekarest vertrokken en één is onderweg.

As for our students, one has already left for Bucharest, and one is on her way.

Af en toe neemt hij een kijkje in deze boekhandel onderweg naar huis van kantoor.

Every now and then he drops in at this bookstore on his way home from the office.


Gerelateerd aan onderweg

op weg