Vertaling van onkunde

Inhoud:

Nederlands
Engels
onbekendheid [v], onkunde {zn.}
ignorance 
onkunde {zn.}
rawness
inexperience
onwetendheid [v] (de ~), agnosie, ignorantie, onkunde [v] (de ~) {zn.}
ignorance
Hij maakte misbruik van mijn onwetendheid en bedroog me.
He took advantage of my ignorance and deceived me.


Gerelateerd aan onkunde

onbekendheid - onwetendheid - agnosie - ignorantieonvolwaardigheid - domheid