Vertaling van ontstelen

Inhoud:

Nederlands
Engels
afjatten, afpakken, afpikken, benemen, ontnemen, ontstelen, afnemen {ww.}
to soak
to surcharge
to plume
to rob
to pluck
to overcharge
to hook
to gazump
to fleece

wij ontstelen
jullie ontstelen
zij ontstelen

we plume
you plume
they plume
» meer vervoegingen van to plume



Gerelateerd aan ontstelen

afjatten - afpakken - afpikken - benemen - ontnemen - afnemeninpikken