Vertaling van opgaaf

Inhoud:

Nederlands
Engels
karwei, klus [m], opgave [v], taak [v], opgaaf [v], opdracht {zn.}
task 
job 
assignment 
stint
chore
Hij zal morgen klaar zijn met de klus.
He'll finish the job by tomorrow.
Heb je je opdracht al gemaakt?
Have you done your assignment yet?
opgave [m] (de ~), opgaaf, vraag [m] (de ~), opdracht [m] (de ~) {zn.}
exercise
example
opgave, opgaaf, uitdaging {zn.}
duty assignment
assignment
opgave, opgaaf {zn.}
giving up
forsaking


Gerelateerd aan opgaaf

karwei - klus - opgave - taak - opdracht - vraag - uitdagingwerklast - beëindiging