Vertaling van opgebruiken

Inhoud:

Nederlands
Engels
opgebruiken, opmaken, verbruiken {ww.}
to use up
opgebruiken, opmaken, opteren {ww.}
to deplete
to use up

ik zal opgebruiken
jij zult opgebruiken
hij/zij/het zal opgebruiken

I will deplete
you will deplete
he/she/it will deplete
» meer vervoegingen van to deplete

opgebruiken, opmaken, opdoen {ww.}
to tire
to sap
to play out
to run down
to exhaust

ik zal opgebruiken
jij zult opgebruiken
hij/zij/het zal opgebruiken

I will tire
you will tire
he/she/it will tire
» meer vervoegingen van to tire

afdragen, opgebruiken, slijten, verslijten {ww.}
to wear out
to overtax
to use up

ik zal opgebruiken
jij zult opgebruiken
hij/zij/het zal opgebruiken

I will overtax
you will overtax
he/she/it will overtax
» meer vervoegingen van to overtax



Gerelateerd aan opgebruiken

opmaken - verbruiken - opteren - opdoen - afdragen - slijten - verslijtenaanwenden