Vertaling van pils

Inhoud:

Nederlands
Engels
pils, pilsener {zn.}
lager beer
lager
biertje [o] (het ~), bier, pils [m] (de/het ~), pilsje, pint [m] (de ~), luitenant [m] (de ~) {zn.}
beer
Hij dronk bier.
He drank beer.
Hij brouwde bier.
He brewed beer.


Gerelateerd aan pils

pilsener - biertje - bier - pilsje - pint - luitenantlagerbier - drankje