Vertaling van regen

Inhoud:

Nederlands
Engels
regen [m] {zn.}
rain 
Regen, regen, ga weg!
Rain, rain go away!
We houden niet van regen.
We don't like rain.
regen [m] (de ~), hemelwater, regenval {zn.}
rain
rainwater
Blijf uit de regen.
Stay out of the rain.
Na regen komt zonneschijn.
After rain comes fair weather.
insteken, rijgen {ww.}
to thread 

wij regen
jullie regen
zij regen

we threaded
you threaded
they threaded
» meer vervoegingen van to thread

regenbui [m] (de ~), regen {zn.}
shower
rain shower
stortvloed, lawine, regen, vloedgolf [m] (de ~) {zn.}
volley
fusillade
salvo
burst
rijgen, aanrijgen {ww.}
to tack
to baste

wij regen
jullie regen
zij regen

we tacked
you tacked
they tacked
» meer vervoegingen van to tack

rijgen, aanrijgen, vastrijgen {ww.}
to lace up
to lace

wij regen
jullie regen
zij regen

we laced
you laced
they laced
» meer vervoegingen van to lace

rijgen {ww.}
to string
to thread
to draw

wij regen
jullie regen
zij regen

we strung
you strung
they strung
» meer vervoegingen van to string



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Regen, regen, ga weg!

Rain, rain go away!

Na regen komt zonneschijn.

After a storm comes a calm.

Blijf uit de regen.

Stay out of the rain.

Na regen komt zonneschijn.

After rain comes fair weather.

We houden niet van regen.

We don't like rain.

De gewassen hebben regen nodig.

The crops need rain.

De regen veranderde in sneeuw.

The rain changed to snow.

Je houdt van regen, nietwaar?

You like rain, don't you?

Planten groeien snel na regen.

Plants grow quickly after rain.

De regen duurde vijf dagen.

The rain lasted five days.

We houden niet van regen.

We don't like the rain.

Laat ons gaan schuilen voor de regen.

Let's get out of the rain.

Ik wou dat de regen ophield.

I wish the rain would stop.

De regen ging over in sneeuw.

The rain changed into snow.

De wedstrijd werd afgelast vanwege regen.

The game was called off on account of the rain.


Gerelateerd aan regen

hemelwater - regenval - insteken - rijgen - regenbui - stortvloed - lawine - vloedgolf - aanrijgen - vastrijgenneerslag - bui - vloed - vastbinden - vasthechten