Vertaling van reiziger

Inhoud:

Nederlands
Engels
reiziger, handelsreiziger {zn.}
commercial traveller
salesman 
reiziger [m] {zn.}
traveller 
wayfarer
Ik ben geen echte reiziger.
I am not much of a traveller.
reiziger [m] (de ~) {zn.}
traveller
traveler
De reiziger bereikte uiteindelijk zijn bestemming.
The traveler reached his destination at last.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Ik ben geen echte reiziger.

I am not much of a traveller.

De reiziger bereikte uiteindelijk zijn bestemming.

The traveler reached his destination at last.


Gerelateerd aan reiziger

handelsreizigerpersoon