Vertaling van relatief

Inhoud:

Nederlands
Engels
betrekkelijk, relatief {bn.}
relative
relatief, relativum {zn.}
relative pronoun
betrekkelijk, relatief {zn.}
relative
congener
congeneric
congenator


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Melk moet men bewaren bij relatief lage temperatuur.

Milk has to be kept at a relatively low temperature.

Puur uit het oogpunt van klimaatverandering, zijn de steden al relatief groen.

Strictly from a climate change perspective, the cities are already relatively green.


Gerelateerd aan relatief

betrekkelijk - relativumvoornaamwoord