Vertaling van roddel

Inhoud:

Nederlands
Engels
roddel [m] (de ~), achterklap [m] (de ~), konkelarij [v] (de ~), geroddel [o] (het ~), gesmoes, kletspraat, roddelpraat [m] (de ~), geklets [o] (het ~) {zn.}
scandalmongering
roddel, kletspraatje, roddelpraatje {zn.}
small talk
tittle-tattle
gabfest
gossip
chitchat
gab
chit chat
chit-chat
chin-wagging
chin-wag
chin wagging
chin wag
causerie
belasteren, kwaadspreken, roddelen {ww.}
to backbite
to vilify
to malign 
to libel
to defame
to slander 

ik roddel

I backbite
» meer vervoegingen van to backbite

roddelen, konkelen, konkelfoezen, kletsen {ww.}
to gossip
to dish the dirt

ik roddel

I gossip
» meer vervoegingen van to gossip